eenzijdig - Bijvoeglijk naamwoord
1. met of aan één kant, belang, partij etc; waarbij geen andere(n) betrokken zijn, of buiten beschouwing blijven
♢ Het papier is eenzijdig bedrukt.
♢ Het is een nogal eenzijdig contract, de opsteller dacht alleen aan zijn eigen belangen.
♢ Het is een eenzijdig ongeval, hij reed zomaar tegen het hek, er was verder niemand in de buurt.
2. van een beslissing of afspraak dat één van de partijen de beslissing of afspraak aan de andere partijen oplegt
♢ De docent was boos door de eenzijdige beslissing van haar superieur.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van een en zijde met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
unilateraal
Verwante begrippen
tweezijdig
Gepubliceerd op 13-11-2017
eenzijdig
betekenis & definitie