Gepubliceerd op 13-11-2017

eb

betekenis & definitie

eb - Zelfstandignaamwoord
1. (tweeletterwoord) een getijde waarbij het water van de zee zakt, in tegenstelling tot vloed, waarbij het water stijgt

eb - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ebben
♢ Ik eb
2. gebiedende wijs van ebben
eb!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ebben
eb je?

Synoniemen
ebbe, laagtij

Antoniemen
vloed

Verwante begrippen
getij, getijde, tij