Werelds goed is eb en vloed

Op het ondermaanse is niet te bouwen

Werelds goed is eb en vloed

De fortuin is wisselvallig

Werelds goed is eb en vloed

Wie rijk is, kan arm worden en wie nu arm is, zal het later wellicht beter gaan

Werelds goed is eb en vloed

Materieel bezit is zeer wisselvallig: vandaag is men arm, morgen verkeert men in welstand, en omgekeerd

Eb en vloed wachten op niemand

Tegen natuurrampen kan niemand zich wapenen

Eb en vloed wachten op niemand

Men moet de juiste gelegenheid te baat nemen

Er is eb in de handel

Er is weinig te beleven

Dat komt als eb en vloed

Het gaat er zeer gevarieerd toe

Dat met de vloed komt, gaat met de eb weg

Wat gemakkelijk verdiend wordt, wordt doorgaans ook gemakkelijk verteerd

Altijd voor de eb en nooit voor de vloed zijn

Liever ontvangen dan geven (eb: heb)

Na hoge vloeden, lage ebben

Op voorspoed volgt ook tegenspoed; het leven is wisselvallig

Hij is aan het ebben

Hij gaat hard achteruit (in zijn zaken, in kennis, enz.)

Werelds goed is ebbe en vloed

Op het ondermaanse is niets te vertrouwen, is alles onzeker; ons leven is onbestendig

Het komt als ebbe en vloed

Het is zeer afwisselend, nu veel, dan weinig; ook: het komt onverwacht, plotseling

Quod in corde sobrii, in lingua ebrii

Wat de nuchtere voor zich houdt, heeft de dronken man op de tong

Quod in corde sobrii, in lingua ebrii

Vgl.: Kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid

’t Mag vloeyen, ’t mag ebben

Die niet en waagt

’t Mag vloeyen, ’t mag ebben

En zal niet hebben