Gepubliceerd op 13-11-2017

doortrekken

betekenis & definitie

dóórtrekken - Werkwoord
(scheidbaar)
1. (ov) een lijn verlengen.
Deze weg is nu doorgetrokken tot over de grens.
2. ergatief zich door een gebied heen begeven.
We zijn de gehele Sahara doorgetrokken''.
3. (ov) de inhoud van de stortbak van een toilet ledigen.
Ik wilde doortrekken maar de stortbak werkt niet goed.

Woordherkomst
samenstelling van door(bijwoord) en trekken(werkwoord)