dienen - Werkwoord
1. (ov) iemand ~: werken voor; in dienst zijn van
♢ Vele jaren diende hij zijn heer en meester.
2. absoluut ~ voor: van nut zijn
♢ Ik weet ook niet waar dat voor dient.
3. behoren, moeten
♢ Kinderen dienen altijd te gehoorzamen aan je vader en moeder.
4. werken in het leger
♢ Hij dient nu al 5 jaar in het leger.
5. iets eigenlijk moeten doen
♢ Indien de klachten niet binnen 24 uur verdwijnen dient u de arts opnieuw te raadplegen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: