Gepubliceerd op 10-11-2017

brauwen

betekenis & definitie

brauwen - Werkwoord
1. (valkerij) het dichtnaaien van de oogleden van de vogel met een zijden draad, zoals dit gebruikelijk was voor de huif werd ingevoerd
In sommige streken van India wordt mogelijk nog gebrauwd.
2. (ov) (scheepvaart) het dichten van de naden van de scheepshuid met vezels en pek

brauwen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brauw

Synoniemen
[2]: breeuwen

Zie ook
brouwen