brauwen - Werkwoord
1. (valkerij) het dichtnaaien van de oogleden van de vogel met een zijden draad, zoals dit gebruikelijk was voor de huif werd ingevoerd
♢ In sommige streken van India wordt mogelijk nog gebrauwd.
2. (ov) (scheepvaart) het dichten van de naden van de scheepshuid met vezels en pek
brauwen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brauw
Synoniemen
[2]: breeuwen
Zie ook
brouwen
Gepubliceerd op 10-11-2017
brauwen
betekenis & definitie