Gepubliceerd op 10-11-2017

boot

betekenis & definitie

boot - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) klein vaartuig
Ik vaar in het weekend met mijn boot.

boot - Zelfstandignaamwoord
1. (schoeisel) laars die tot net boven de enkels komt
De boot is voorzien van een brede schapenwollen boord.

boot - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van boten
2. gebiedenwijs van boten

Woordherkomst
van het Middelnederlandse woord boot
van het Engelse woord boot

Verwante begrippen
schip, schuit, vaartuig