boot - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) klein vaartuig
♢ Ik vaar in het weekend met mijn boot.
boot - Zelfstandignaamwoord
1. (schoeisel) laars die tot net boven de enkels komt
♢ De boot is voorzien van een brede schapenwollen boord.
boot - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van boten
2. gebiedenwijs van boten
Woordherkomst
van het Middelnederlandse woord boot
van het Engelse woord boot
Verwante begrippen
schip, schuit, vaartuig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: