vaar - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van varen
♢ Ik vaar
2. gebiedende wijs van varen
♢ vaar!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van varen
♢ vaar je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Bronnen
Bronnen: