Wat is de betekenis van boot?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

boot

vaartuig. vaartuig dat in zijn typische vorm langer is dan het breed is en vooraan spits toeloopt, dat meestal klein tot middelgroot is, maar ook een groot schip kan zijn, en dat wordt aangedreven door een motor, door zeilen of met roeiriemen. Voorbeelden: Zij maken niet zulke grote schepen, maar ze zouden wel grote boten naar hun we...

2024-04-23
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

boot

(zelfstandig naamwoord) [alg.] laarsje, laars, kistje - Ik heb me een paar kekke laarsjes gekocht!

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

boot

1) (1999) (motorsp.) motor met zijspan. • Benny Janssen moet zaterdag de Grand Prix races op het TT-circuit in Assen vanaf de televisie volgen. Thuis, in Schaijk, zal de Brabander menig traantje moeten onderdrukken. Niet om de pijn in zijn verbrijzelde enkel, wel om de afwezigheid van de zijspannen bij 's lands grootste motorsportevenement....

2024-04-23
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Boot

Zie Bode

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boot

boot - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) klein vaartuig Ik vaar in het weekend met mijn boot. boot - Zelfstandignaamwoord 1. (schoeisel) laars die tot net boven de enkels komt De boot is voorzien van een brede schapenwollen boord....

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boot

boot - zelfstandig naamwoord 1. voertuig waarmee je vaart ♢ we zijn met een boot over de rivier gevaren 1. uit de boot vallen [niet meer mee mogen doen] 2. we hebben de boot gem...

2024-04-23
Internet woordenboek

Ensie (2001)

boot

synoniem: reset. Herstart van een computer, ook wel reset genoemd. Een boot wordt bijvoorbeeld bereikt door op een PC de toetsen Ctrl, Alt en Delete gelijktijdig in te drukken.

2024-04-23
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Boot

De boot moet ons veilig overzetten naar de plek waar we een nieuwe toekomst tegemoetgaan. Als de boot in rustige wateren dobbert, betekent dit voor de waaktoestand dat we in rustig vaarwater komen. Degene die de boot op onrustig water bestuurt, moet in het werkelijke leven rekenen op onrust en onevenwichtigheid. Wie de boot in het donker laat drijv...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Boot

1. de- ingaan; in de - zitten,verlies lijden; tegenslag hebben; het niet halen. Informele uitdr. Syn. in het schipgaan/getild worden/zitten. Hup, daar zit-ie weer op z’n kruk, klokklokklok- klok, vul de kelken maar weer en daar gaat die olijke snaak van een meneer de Vries weer voor vijfhonderd, zeshonderd gulden de boot in. (De roerige wereld van...