bloei - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde) het bloeien van boom of plant
♢ - In augustus hebben de paardenbloemen een tweede bloei.
♢ - Nee, het pluis is afkomstig van populieren en komt pas vrij na de bloei van deze bomen.
2. (figuurlijk) een toestand waarin iemand of iets op zijn best is, bloeitijd
♢ - In de middeleeuwen kwam de stad tot bloei.
♢ - „Onder overheidsaandeelhoudersschap kan het bedrijf niet echt tot bloei komen.”
bloei - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien
♢ Ik bloei
2. gebiedende wijs van bloeien
♢ bloei!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien
♢ bloei je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: