Gepubliceerd op 30-10-2017

blindedarm

betekenis & definitie

blindedarm - Zelfstandignaamwoord
1. (anatomie) het zakvormig uiteinde van de dikke darm, dat de dunne darm in zich opneemt (caecum)
2. (anatomie) wormvormig aanhangsel van het uiteinde van de dikke darm (appendix)
Eigenlijk is de naam blindedarmontsteking incorrect want het is het wormvormig aanhangsel en niet de blindedarm zelf die ontstoken is.

Woordherkomst
samenstelling van blinde en darm