bit - Zelfstandignaamwoord
1. (paardrijden) een metalen staaf die een paard in de bek gedaan wordt om het dier berijdbaar te maken
♢ De ruiter trok aan het bit om zijn rijdier van richting te doen veranderen.
2. (sport) een gebitsbeschermer
♢ De hockeyspelers hebben een bitje in.
bit - Zelfstandignaamwoord
1. (informatica) in de informatica en de computertechnologie de kleinste eenheid van informatie
♢ De afkorting voor bit is een kleine b.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van bijten
Gepubliceerd op 30-10-2017
bit
betekenis & definitie