berusten - Werkwoord
1. (inerg) berusten in: zonder verzet aanvaarden
♢ Hij berustte in zijn lot.
2. (inerg) berusten bij: langdurig ergens ondergebracht zijn
♢ Het recht om daarover te beslissen berust bij de raad.
3. berusten op: als basis hebben
♢ Zijn conclusies berusten op langdurig onderzoek.
Woordherkomst
afgeleid van rusten met het voorvoegsel be-
Synoniemen
[1] opgeven, pikken, slikken, zich schikken
[2] beheren
Antoniemen
[1] opstaan, zich verdedigen, zich verweren, zich verzetten
Gepubliceerd op 10-11-2017
berusten
betekenis & definitie