benaderen - Werkwoord
1. (ov) naartoe gaan en aanspreken
♢ De verlegen jongen durfde het mooie meisje niet te benaderen.
2. (ov) aanpakken
♢ De meester benaderde het probleem vanaf een onverwachte hoek.
3. (ov) bijna bereikt hebben
♢ De temperatuur van de oven benaderde de 200 graden.
4. (ov) (wiskunde) geen exacte berekening maar een bepaling
♢ Door een lijn te trekken benaderde hij de richtingscoëfficiënt.
Woordherkomst
Afgeleid van naderen met het voorvoegsel be-
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
iemand vol ontzag benaderen|
Gepubliceerd op 10-11-2017
benaderen
betekenis & definitie