Gepubliceerd op 31-10-2017

verlegen

betekenis & definitie

verlegen - Bijvoeglijk naamwoord
1. onzeker tegenover anderen
Waarom ben jij toch zo'n verlegen jongen? Dat is toch helemaal niet nodig.

verlegen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van verliggen

Woordherkomst
voltooid deelwoord van verliggen maar met een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/)

Verwante begrippen
bevangen, geremd, geïntimideerd, timide, angstvallig, bedeesd, beschroomd, schroomvallig, schuchter