angstig - Bijvoeglijk naamwoord
1. vol van bange gevoelens
♢ We hebben zo iets angstigs beleefd! We werden bijna door een grote vrachtauto van de weg gedrukt.
Woordherkomst
afgeleid van angst met het achtervoegsel -ig
Verwante begrippen
bang, bangelijk, beangst, vreesachtig, bevreesd
Gepubliceerd op 31-10-2017
angstig
betekenis & definitie