Gepubliceerd op 31-10-2017

afslag

betekenis & definitie

afslag - Zelfstandignaamwoord
1. een uitrit die van een snelweg afvoert
We hebben de afslag toch niet gemist?
2. (numismatiek) een muntslag met originele stempels in een afwijkend metaal
Dit is een afslag in zilver.
3. (muziek) een teken van de dirigent om het musiceren te beëindigen
Na die volkomen foutieve inzet van de sopranen kon de dirigent alleen nog maar een afslag geven.
4. (economie) een veiling waar de voorgestelde prijs geleidelijk verlaagd wordt
De stadsomroeper was in 1795 verplicht om in de stad bekend te maken dat er vis aan de afslag te koop werd aangeboden.

Woordherkomst
samenstelling van af en slag
Naamwoord van handeling van afslaan

Synoniemen
[1] afrit

Antoniemen
[1] oprit
[4] opbod