afbreuk - Zelfstandignaamwoord
1. het minder goed, mooi of waardevol maken
♢ De woede uitbarsting van het boze kind deed afbreuk aan het mooie verjaardagsfeest.
♢ Het was zo een enorm leuke vakantie dat het slechte weer helemaal geen afbreuk deed aan het plezier dat we met elkaar hadden.
Woordherkomst
samenstelling van af en breuk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: