aardig - Bijvoeglijk naamwoord
1. aangenaam in omgang
♢ Floris is een aardige jongen.
2. flink, behoorlijk, vrij groot
♢ Het opharken van de bladeren heeft een aardige berg opgeleverd.
3. grappig, geestig, genoeglijk
♢ Hij weet van alles een aardig verhaal te maken.
4. (in Vlaanderen) raar
aardig - Bijwoord
1. aangenaam
2. zeer, veel
♢ Ik heb aardig veel aarde gebruikt bij het ophogen van de tuin.
Woordherkomst
Afgeleid van aard met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
[1] vriendelijk, sympathiek
Verwante begrippen
aarde
Gepubliceerd op 31-10-2017
aardig
betekenis & definitie