Synoniemen zoeken
Synoniem van aardig
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Aardig
Wat onze zinnen behaagt en door goede eigenschappen een aangenamen indruk maakt. Schoon wil eigenlijk zeggen, dat iets verdient beschouwd te worden, dat het schitterend of uitstekend is door zijne eigenschappen of zijn vorm; het geeft meer dan de andere genoemde woorden iets groots of ver¬hevens te kennen. Bij uitbreiding bezigt men schoon van de innerlijke voor¬treffelijkheid van het een of ander. In den gemeenzamen stijl begint schoon meer en meer in onbruik te geraken. Mooi daarentegen is slechts dat, wat iemand persoonlijk bevalt. Mooi heeft schoon vrijwel verdrongen in gemeenzame taal. Eene schoone gedachte; eene schoone ziel. Dat is mooi gezegd. Men vindt het mooi, maar het schoone wordt niet door ieder mooi gevonden. Fraai geeft inzonderheid het denkbeeld van sierlijkheid aan. Lief wordt gezegd van iets, dat bevallig, maar klein is: Zij heeft een lief ge¬zichtje. Lief staat tot fraai, gelijk mooi tot schoon, en sluit altijd het bij¬denkbeeld van het maken van een aangenamen indruk in. Fraai schrift. Een lief gezicht. Aardig drukt meer uiterlijke bevalligheid uit, zonder goede hoedanigheden van inborst en karakter, welke aanwezig kunnen zijn, op den voorgrond te plaatsen, terwijl hupsch ook ziet op de wellevendheid en aangename manieren, waardoor de innemendheid van een gunstig uiterlijk wordt verhoogd. Een hupsch jonggezel.
Daar was in Zeeland eens een man,
Hij had een aardig kind.
Knap is eigenlijk nauwsluitend, bij overdracht wat goed zit en goed staat, een goed uiterlijk geeft; verder welgevormd. Eene knappe vrouw. Het wordt verder ook op kunde toegepast. De jongen is knap, hij weet alles even goed.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
aardig
aardig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: aar-dig
1. plezierig om te zien
♢ wat een aardig huis is dat
2. nogal groot
♢ het is een aardig eind fietsen
1. dat loopt aardig in de papieren
[dat wordt kostbaar]
2. een aardig mondje (woordje) Engels spreken
[die taal redelijk beheersen]
3. met zorg en aandacht voor anderen
♢ Tina is altijd erg aardig voor ons
4. prettig om mee om te gaan
♢ die collega van jou vind ik wel een aardige vent
Bijvoeglijk naamwoord: aar-dig
... is aardiger dan ...
het aardigst
de/het aardige ...
iets aardigs
Synoniemen
attent, behoorlijk, fiks, fors, galant, geschikt, hoffelijk, lief, mild, vriendelijk
Tegenstellingen
luttel, ongeschikt, onvriendelijk