aaneen - Bijwoord
1. zonder tussenruimte
♢ De zomerhuisjes stonder zeer dicht aaneen.
2. achter elkaar
3. in samenkoppelingen: aan elkaar
♢ De politieagent bond de handen van de dief aaneen.
Woordherkomst
samenstelling van aan en een
Gepubliceerd op 31-10-2017
aaneen
betekenis & definitie