Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 03-08-2017

wielrennen

betekenis & definitie

(onov ww; wielrende; h. gewielrend) - individueel of in groepsverband op de fiets een bepaald traject zo snel mogelijk afleggen, op een wieler

baan, op de (openbare) weg of op natuurlijk terrein.

• Herman Brood, in 1999 geïnterviewd door Jeroen Wielaert voor Radio Tour de France: ‘Ik heb zelf gewielrend toen ik een jaar of zeventien was. Toen kreeg ik ook m’n eerste shot. Wist ik veel wat het was, maar dat moest ik nemen van mijn soigneur. Ik werd er zo geil van dat ik om de honderd meter even moest afmasturberen, hehe. Ik had best aanleg enzo, maar dat is een beetje de mist in gegaan.’. (WINNV)

• De term ‘het nieuwe wielrennen’ werd ingevoerd na de dopingaffaires van 2006 en 2007, en moet staan voor ‘wielrennen zonder doping’. (WIKIP)

• Wielrennen is de enige echte sport. Alle andere ‘sporten’ zijn spelletjes. Geen scheidsrechters die fluiten bij vals spel, niet stoppen als je buiten de lijn komt, geen theepauze na drie kwartier, geen rij kurken tussen jou en je tegenstanders. (Maarten Ducrot op de website van de NOS)

• Op de site van de KNWU (www.knwu.nl) staan als officiële disciplines bij het wielrennen vermeld: ‘Aangepast’, ‘Baan’, ‘Fietscross’, ‘Mountainbike’, ‘Kunstfietsen’, ‘Veldrijden’ en ‘Weg’. (www.knwu.nl)