Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 02-08-2017

baan

betekenis & definitie

(de; banen) 1 SP - terrein of weg(gedeelte), speciaal voor wedstrijden aangelegd: op de baan komen, aan een wedstrijd deelnemen.

2 - (overdekt) ovaal, symmetrisch gevormd wedstrijd traject (parcours), bestaande op de lange zijden uit rechte stukken en op de korte zijden uit kombochten, waarop baan wielrenonderdelen worden afgewerkt, syn. wielerbaan: (wedstrijd) op de baan; (een paar) baantjes fietsen.

velodroom