Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 03-08-2017

vélocipède

betekenis & definitie

(de; -s) - naam van de eerste, primitieve modellen van fietsen

• De sporadische vélocipèdes voor 1860 waren houten driewielers waarmee men ongeveer acht kilometer per uur kon bereiken. De eerste houten tweewielers, na 1860 in ons land geïmporteerd, stamden uit Parijs. (...) Het Franse woord ‘vélocipède’ bleef in ons land onvertaald totdat in 1869 de Leidenaar Bups de naam ‘rijwiel’ bedacht en de gebruikers van deze machines aanduidde als ‘wielrijders’. Professor De Vries, die in hetzelfde jaar bezig was zijn woordenboek voor de Nederlandse taal (De Vries en Te Winkel) te schrijven, kende die Leidse vertaling niet en stelde het woord ‘wieler’ voor. (ADRIA)

• Stijn Streuvels, de Vlaamse schrijver en neef van de priester dichter Guido Gezelle, had weinig op met het woord ‘vélocip'ede’. Dat was weer iets van de Fransen, die een paar stukken Latijn aan elkaar lapten, en... klaar was dat veel te lange, omslachtige woord voor zo’n vlug ding. Het werd dus schielijk afgekort tot ‘vélo’, al verbasterden de Vlamingen het woord tot ‘vlossepeerd’. Men gewaagde van ‘rijwiel’, ‘schrijwiel’, ‘trap- wiel’, ‘alwiel’, ‘wielpaard’ en ‘wielpeerd’. (MAASW)

• Officieel werd het ‘rijwiel’ en die benaming heeft het, vooral in ambtelijke stukken, wetten en processen verbaal, lange tijd volgehouden. Pas diep in de tweede helft van de twintigste eeuw werden de bordjes ‘rijwielpad’ vervangen door fietspad’. (FUCSF)

• Zij noemden hun fiets de ‘vélocipède’ die als bijnaam de ‘bottenschudder’ kreeg omdat de vibraties tijdens het rijden goed merkbaar waren. (ZWARW) • Een Engels geneesheer, Dr. Strahan, schreef in The Lancet van 20 september 1884 dat het wielrijden aanleiding gaf tot de meest onverkwikkelijke uitspattingen op seksueel gebied, ja, dat impotentie er het gevolg van moest zijn. (...) Dr. Van Geuns bestreed deze bewering door een vélocipédist aan te halen die stelde dat hij na een vélocipèdetocht geen vrouw meer aankeek en alleen nog verlangde naar een biefstuk en zijn bed. (PLANT)

rijwiel