Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 02-08-2017

handbike

betekenis & definitie

(de; -s) - driewieler waarin een renner (met een handicap) in verticale of half liggende positie kan plaatsnemen en die wordt voortgedreven door een ketting en de gebruikelijke fietsaandrijving van trapasarmen, tandwielen, ketting en versnellingen, met handgrepen in plaats van voetpedalen.

• Het enkele wiel van de handbike mag van een andere diameter zijn dan de dubbele wielen. Het/de voorwiel(en) moet(en) bestuurbaar zijn; het enkele wiel, voor of achter, wordt aangedreven door een samengesteld systeem van handgrepen en een ketting. (KNWUR)

Herkomst: van Eng, hand + bike (fiets)