Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Synode

betekenis & definitie

Synode is in de R.~Kath. kerk een vergadering van een bisschop met de hooge geestelijken van zijn diocees (synodus diocesana), ten einde kerkelijke aangelegenheden te bespreken. Van groote kerkelijke beteekenis zijn zij evenwel niet.

In de Hervormde kerk daarentegen is de synode de hoogste kerk rechterlijke macht en wel de Algemeene Synode: deze bestaat uit 23 leden, nl. 13 predikanten, 6 ouderlingen, twee kerkelijke hoogleraren, een secretaris en een penningmeester.
Zij vergadert jaarlijks in Den Haag, te beginnen op den 3en Woensdag van Juli. De synodale commissie, uit en door de synode benoemd, bestaat uit den president, den vice-president en den secretaris der synode eveneens uit drie predikanten en drie ouderlingen : deze commissie vergadert tweemaal 's jaars in Den Haag ter voorbereiding der Älg. Syn. en tot behandeling der lopende zaken. De plaatsvervangende leden zowel van de synode als van de commissie heeten secundi (secundus = de tweede). In onze Republiek had elk gewest een eigen synode (S. provinciaal), terwijl er soms ook een algemeene oï S. nationaal gehouden werd, o. a. de bekende van 1618/19.