Westfries woordenboek

Jan Pannekeet (1984)

Gepubliceerd op 20-04-2020

werk

betekenis & definitie

znw. ’t., in de zegsw. hai het er licht werk van.

1. het gaat hem vlot, handig af.

’t Is ’n beste roder, hai het er licht werk van.

2. Hij ziet er niet tegen op, doet het zonder gewetensbezwaren.

Die leraar het er licht werk van oos de klas uit te skoppen.

’t Is wel zuk werk, het is wel zo iets.

Klaar werk make, iets gedaan maken, afhandelen.

Hai maakt puur werk van heur, gezegd van een jongeman die erg zijn best doet een meisje te veroveren.

Opm. Na de zegsw. ‘drok werk hewwe’ wordt het vz. mit vaak weggelaten, b.v. ‘Hai had drok werk leze(n). Hai had drok werk handtekenings zette(n)’.