Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Geneeskundige school

betekenis & definitie

Ten einde te voorzien in de behoefte aan geneesheeren voor de districten werd bij Gouv. res. van 8 Maart 1882, L.A. no. 12, met ingang op 1 April, te Paramaribo in het leven geroepen een ‘inrichting met vijfjarigen cursus tot opleiding van jongelieden tot districtsgeneesheeren’. De kweekelingen werden kosteloos toegelaten.

Ook voor pharmaceuten werd bij Gouv. res. van 23 Sept. 1882. L.A. no. 7, de gelegenheid geopend om de lessen te volgen. De a.s. districtsgeneesheeren moesten een verbintenis aangaan om gedurende zes achtereenvolgende jaren in de districten te dienen. De vrees meer geneesheeren te krijgen dan geplaatst konden worden deedreeds in 1886 besluiten tot geleidelijke opheffing der school. De sluiting had plaats op 30 Sept. 1891. Op 1 Juni 1899 werd op nieuw te Paramaribo een inrichting geopend tot opleiding van jongelieden tot genees-, heel- en verloskundige en tot apotheker.

Voor eerstgenoemden zou de cursus 6, voor apothekers 4 jaar duren. Zij die bestemd waren voor den gouv. dienst konden de lessen gratis volgen; die tot particulier geneesheer of apotheker worden opgeleid moeten ƒ300 schoolgeld jaarlijks betalen. Bij Gouv. res. van 27 Oct. 1906 no. 14250 werd een nieuw reglement voor de school vastgesteld, waarbij de kostelooze opleiding ophield. Zij, die in Suriname de geneeskundige examens hebben afgelegd, zijn, wanneer zij hier te lande het artsexamen wenschen te doen, vrijgesteld van de voorbereidende examens. Zij hebben alleen het theoretisch en practisch arts-examen te doen. Tal van in Suriname gevormde geneesheeren hebben (veelal na kortere of langere practijk in de kolonie en na eenigen tijd van studie aan een der universiteiten) hier te lande met goed gevolg het artsexamen gedaan.

Verscheidenen hunner zijn in den Indischen dienst getreden, enkelen ook in den dienst der kolonie Curaçao. Ten einde in laatstgenoemde kolonie de beschikking te krijgen over geneesheeren voor de armenpractijk, vooral in de buitendistricten en op de kleinere eilanden, is op de Curagao'sche begrooting voor 1914 ƒ600 uitgetrokken als bijdrage in de kosten van opleiding van 2 jongelieden aan de geneesk. school te Paramaribo.