Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Catharina Sophia

betekenis & definitie

Voormalige suikerplantage aan de Saramacce rivier, in 1833 eigendom geworden van de Particuliere West-Indische bank en in 1845 gouvernements-plantage. Hoewel de fabriek in 1844 van geheel nieuwe machines was voorzien en in 1850 een slavenmacht van 640 koppen telde, had de onderneming geen bijzonder financieel geluk.

In 1864 werd de plantage verkocht. Sedert vele jaren is ze omgezet in een cacao- en koffieplantage. Op de plantage bevindt zich sedert 1855 een etablissement der Evangelische Broedergemeente. Zie A. Halberstadt, Vrijmaking der slaven in Suriname en de opheffing van het meesterschap, volgens de Staatscommissie. Amst. 1856. - Idem, Een standbeeld voor den Graaf van den Bosch.

Leiden 1862. Wolbers. Geschiedenis van Suriname, Amst. 1861. - Een Halve Eeuw 1848-1849. Eerste deel. De Koloniën, door Mr. H. van der Wijck. - J.J.

Reesse. De suikerhandel van Amsterdam van 1813 tot 1894. 's Grav. 1911.