Kajak - door Eskimo's gebruikt vaartuig voor visvangst en jacht in open zee. Hij werd gemaakt van een simpel geraamte van drijfhout en botten van zeehonden, overtrokken met aan elkaar genaaide robbevellen.De naden werden met zeehondenvet dichtgesmeerd.
De eskimo sloot de opening waarin hij zat af met een lap huid, die hij stijf om zijn middel bond. Voor- en achterstevens werden hoog opgebouwd om voldoende reserve drijfvermogen te verkrijgen en tevens om te zorgen dat de kajak gemakkelijk over de golven heen ging.
Met deze kajaks gingen de Eskimo’s niet alleen met pijl en boog op vogeljacht maar uitgerust met harpoen en lans, jaagden zij er ook mee op walvissen. Kajak betekent mannenboot; de umiak of vrouwenboot was een open boot die door de vrouwen werd gebruikt om familie en huisraad van de ene woonplaats naar de andere te transporteren. De moderne kajaks worden gemaakt van dunne planken of watervast multiplex op een licht geraamte van houten spanten, of vrijwel spantloos van gevormd plakhout of polyester. De opvouwbare kajak heeft een houten geraamte dat met synthetisch doek wordt overtrokken.
De huidige kano’s behalve de →Canadese kano, zijn tot het oertype van de Eskimo’s terug te voeren. Alleen de oplopende stevens zijn verdwenen. Ook de spantvorm heeft wijzigingen ondergaan en veelal zijn ze ingericht voor twee personen.
