Drijfvermogen - het vermogen van een schip om aan de oppervlakte te blijven drijven. Wordt geleverd door de opwaartse druk van het water tegen de huid.
Volgens de Wet van Archimedes ondervindt een lichaam dat in een vloeistof is ondergedompeld, een opwaartse druk gelijk aan het gewicht van de door het lichaam verplaatste vloeistof. Als een boot vol water loopt moet hij door ingebouwde → drijflichamen zoveel drijfvermogen hebben dat hij niet zinkt, De drijflichamen moeten liefst zo aangebracht zijn, dat de boot in volgelopen toestand rechtop blijft drijven. Boten met een dubbele bodem hebben vaak de neiging na omslaan onderste boven te draaien. Dit kan worden opgeheven door schuim e.d. onder het dek of langs de zijden aan te brengen.
Zwaardboten hebben gewoonlijk voldoende drijfvermogen om na omslaan te blijven drijven. Jachten met ballast, zonder voldoende drijfvermogen, zullen na vollopen zinken. Het is op deze jachten noodzakelijk een bijboot of reddingvlot aan boord te hebben, waarmee de bemanning zich in tijd van nood in veiligheid kan brengen.