Dr. Johannes Theodorus de Visser (1857—1932) was een bekend Nederlands predikant en staatsman.
Na beëindiging van zijn theologische studies stond hij achtereenvolgens als predikant te Leusden, Almelo, Rotterdam en Amsterdam. In 1909 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer en legde hij het predikambt neer.
Negen jaren later, dus in 1918, werd hij Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; deze functie bekleedde hij tot 1925. Als Minister van Onderwijs maakte hij een einde aan den schoolstrijd door algehele geldelijke gelijkstelling van het Openbaar en Bizonder Onderwijs en voerde hij een nieuw Academisch Statuut in.Na zijn aftreden als minister was hij weer lid der Tweede Kamer tot 1929. In de Kamer was hij leider van de Christelijk-Historische fractie en behartigde hij in het bizonder de sociale en de onderwijsbelangen. Hij stichtte den Chr. Nationalen Werkmansbond en de Vereniging voor Chr. Volksonderwijs.
Dr. de Visser was een zeer begaafd redenaar; bij belangrijke gelegenheden op verschillend gebied, zo o.a. bij de opening van de Olympische spelen in 1928, nam hij op zich de hoofdrede uit te spreken.
