(1667—1745) Jonathan Swift is de schrijver van Gullivers reizen, de geschiedenis van den man, die in het dwergen- en het reuzenland verzeild raakte.
Bij de verschijning in 1726 wekte het boek, dat niet als een kindersprookje bedoeld was, veel bewondering. Het bevatte in zijn oorspronkelijken vorm een scherpe satire op staatslieden, op z.g. „beschaafde mensen”, op geleerden, ja op de hele wereld.
Het overige werk van Swift draagt trouwens dezelfde kenmerken als „Gullivers reizen”; er wordt daarin onbarmhartig en scherp met allerlei dingen de spot gedreven.
Swift, die te Dublin geboren werd, ontving zijn opleiding tot geestelijke aan het Trinity College in die stad en werd later secretaris; van Sir William Temple, den welbekenden Engelsen gezant in Den Haag. In 1697 schreef hij een scherp pamflet, getiteld „Battle of the books”, waarin hij Bentley hekelde, in 1704 verscheen zijn beroemd schotschrift „Tale of a tub”, een satire gericht tegen de Puriteinen en de R.K. Kerk, ter verdediging van de Anglicaanse Kerk. Ook mengde hij zich in de Engelse politiek: eerst als Whig, doch toen dezen zich niet om kerkelijke aangelegenheden bekommerden, werd hij Tory.
