Dit insect, behorende tot de orde der schildvleugeligen of kevers, is meer bekend onder den naam glimworm — zie aldaar. Wie op zomeravonden in de schemering door de velden wandelt, kan dikwijls in het dichte gras vele lichtpuntjes waarnemen, die een mooien, groenachtigen glans verspreiden.
Als men zo’n lichtpunt voorzichtig opneemt en op de hand zet, dan blijkt het ’t ronde lichaampje te zijn van een kleinen kever met smalle, lange, weke dekschilden, die dikwijls het achterlijf niet bedekken. Het heeft een kleinen, ronden kop, die onder het halsschild is verborgen en draad- en zaagvormige, korte sprieten.
De lichtglans gaat met tussenpozen uit van de laatste ringen van het achterlijf.Het beestje valt weinig in het oog, het komt in deze streken niet overal voor, het meest nog in het Oosten van ons land (anders is het b.v. in Noord-Italië, waar wij tussen Monza en Como grote uitgestrektheden velds door dit beestje verlicht hebben gezien).