(496—405 v. Chr.) behoorde met de oudere Aeschylus en Euripides tot de drie beroemdste treurspeldichters van het oude Griekenland.
Hij kreeg een zorgvuldige opvoeding en groeide op tot een lichamelijk en geestelijk zeldzaam begaafde, harmonische persoonlijkheid. In 468 waagde hij zich in den wedstrijd der treurspeldichters met zijn eerste treurspel tegen den 30 jaar ouderen Aeschylus, die reeds wijd en zijd beroemd was.
Zowel het stuk als de uitvoering brachten verrassende nieuwigheden en de scheidsrechter kende Sophocles den prijs toe. Nadat nog andere stukken van hem verschenen waren, kwam hij in hoog aanzien bij het volk en bekleedde belangrijke staatsambten.
Vijftig jaar lang gold Sophocles als de voornaamste treurspeldichter van Griekenland.Sophocles moet ongeveer 123 drama’s hebben geschreven, waarvan er maar zeven bewaard zijn gebleven, n.l. „Ajax”, „Antigone”, „Koning Oedipus”, „Philoktetes”, „Elektra”, „Oedipus op Kolonos” en „De vrouwen van Tracbinae”.
Na zijn dood richtten de Atheners voor hem, evenals voor Aeschylus en Euripides, in den schouwburg een standbeeld op.