Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Richelieu

betekenis & definitie

Armand Jean Duplessis, heer van Richelieu (1585—1641), is een der grootste staatslieden van Frankrijk en van de wereld geweest. Hij heeft de politiek, welke door den populairen en sterken koning Hendrik IV was begonnen om Frankrijk op kosten van de Habsburgers tot de grootste macht in Europa te maken en om in het binnenland de koninklijke macht tot de enige te maken, voortgezet en tot een goed einde gebracht.

Eerst, toen Hendrik IV gestorven was en Maria de Medici als regentes voor haar zoon Frankrijk bestuurde, scheen het tegenovergestelde te zullen gebeuren. De adel kreeg nieuwen moed, met de staatsgelden werd wonderlijk omgesprongen en tot de Habsburgers werd toenadering gezocht. Maria de Medici deed gevaarlijke dingen en liet het bestuur over aan den Italiaansen avonturier Concini. Toen deed Lodewijk XIII dezen uit den weg ruimen en verwijderde zijn moeder van het hof. De Luynes zou minister worden. En al spoedig greep toen Richelieu in, die aanvankelijk een beschermeling van Maria de Medici was geweest. Hij verzoende moeder en zoon, werd daarvoor beloond met den kardinaalshoed, klom hoger en hoger en was al ras de almachtige minister, die op elk gebied (staatkunde, wetenschappen, zelfs krijgswezen) de leider was.

Om de centrale macht te versterken en de macht der anderen te breken, nam hij de krachtigste maatregelen. Waren de Hugenoten een gevaar, Richelieu brak hun macht en nam ten slotte hun „hoofdstad” (La Rochelle) na een beleg van 14 maanden in. De adel was gewoon, zichzelf recht te verschaffen door het duel (wat in 20 jaar aan 4000 edellieden het leven had gekost). Richelieu schafte het af en wist tot alleropperste verbazing het verbod door te zetten. Allerlei complotten tegen zich, die ook in de onmiddellijke nabijheid des konings gesmeed waren, wist hij te breken. En de medeplichtigen moesten vluchten, gelijk ook Maria de Medici dat moest doen.

Achttien jaar lang wist hij bij den koning, soms tegen diens wil, de maatregelen, die hij goed en nodig achtte, door te zetten.

De macht van de erfelijke gouverneurs der provincies werd gebroken, de Staten liet Richelieu thuis en als het parlement te Parijs lastig werd, ontnam hij het een deel van zijn macht; veel deed hij voor handel en nijverheid en voor kunsten en wetenschappen: de beroemde Académie française is een schepping van Richelieu. Ook in zijn buitenlandse politiek, waarin de beroemde Eminence grise, de veelbesproken figuur van Père Joseph, die min of meer zijn adjudant was, hem behulpzaam was, had Richelieu succes. Hij werkte veelal samen met de Protestantse mogendheden tegen Oostenrijk en verkreeg zo voor Frankrijk den Elzas, Artois en le Roussillon. Hij krijgt verder Canada terug en laat vele streken in de West bezetten, enz.

Slechts op financieel gebied was zijn bewind geen succes, terwijl zijn al te sterk ijveren voor centralisatie ook nu nog in Frankrijk wel als een fout — te erge verzwakking van „de provincie” — wordt gezien.

< >