’t Zou je zo niet zeggen, dat de wel prachtige, maar nog niet eens smakelijke pauw tot het nuttige geslacht der hoenders behoort en een broertje is van den fasant. Zoals je weet, geniet de pauw den naam van een trotsen pronker, maar ’t is de vraag, of hij het zelf zo bedoelt.
In ieder geval pronkt hij niet met andermans veren en zijn schitterend getekende, gloedvolle sleepstaart is van een afstand èn dichtbij een wonder der schepping.In Indië en Ceylon komt de pauw in het wild voor, samenlevend in troepen in de tropische bergwouden. Reeds de Oudheid erkende de schoonheid van den pauweveer en gebruikte de pauwestaart als waaier; de Middeleeuwen de enkele vederen tot versiering van baret en staatsie-gewaad.