De meteorologie is die tak der natuurwetenschap, welke zich bezig houdt met de studie en de kennis van alle natuurkundige verschijnselen, welke in de atmosfeer optreden; de natuurkunde van den dampkring, van het weder dus.
Onder „het weer” verstaat men den toestand van den dampkring op een bepaald ogenblik, onder „weerstoestand” den toestand van het weder in een bepaald tijdsverloop en onder het „klimaat” de wisselende weerstoestanden in een bepaald gebied, zoals zich die in den loop der jaren gewoonlijk vertonen.
Deze wetenschap is van grote betekenis en practisch nut voor iedereen, in de eerste plaats voor scheepvaart en landbouw, vooral in onze streken, waar het weder veranderlijk is. Het is voor die wetenschap noodzakelijk geheel internationaal te werken en over zoveel mogelijk gegevens te beschikken van zoveel mogelijk punten op aarde, omtrent de windrichting, den barometerstand, de temperatuur enz., en daarom bestaan er zeer veel waarnemingspunten, die hun gegevens naar een centraal punt opzenden. Voor ons land is het hoofd-observatorium het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in de Bilt. Verder zijn er in de vier hoeken van het land waarnemingsstations, voorts 15 minder belangrijke waarnemingsplaatsen en ten slotte 170 waarnemers, die in het bizonder den regenval noteren.
Te Amsterdam en te Rotterdam bestaan onderafdelingen van het Instituut, die vooral ten dienste van de zeevaart zijn opgericht en die ook kompassen en chronometers (nauwkeurige uurwerken) controleren.
De stormwaarschuwingsdienst stelt de schepen in kennis met de vermoedelijke nadering van stormen; hij doet dit door het hijsen van signalen en ook door de radio.
