Wat is de betekenis van Weder?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weder

weder - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) (verouderd) weer (de atmosferische omstandigheden) 2. (dierkunde) (verouderd) weer (een gesneden ram of geitenbok) Synoniemen [1] weer [2] hamel

2024-04-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

weder

1. In de schrijft, nog vrij vaak in de vorm weder; in de standaardt. thans uitsl.: weer; - in ’t mv.: weersomstandigheden. Door alle weders is de arbeid gevorderd en het is zeker dat zij er mee klaar komen vóór de Lente is aangebroken, TEIRLINCK 1952, 1, 110. De opslagtanks zijn omgeven door gras, waardoor bij droog wede...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weder

adv., wer.

2024-04-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

weder

noch; weder dies noch das, noch dit noch dat.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Weder

gewoonlijk WEER, bw., 1. terug, in tegengestelde richting : heen en weer lopen; ik ben even heen en weer naar Den Haag geweest; 2. terug, van de andere —, van zijn kant: sla je mij, ik sla je weer ; over en weer werd er geschoten, van beide kanten ; 3. opnieuw, nog eens, bij herhaling : het regent al weer; mi vraagt...

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Weder

is het samenspel van de meteorologische elementen op een bepaalden tijd over een plaats der aardoppervlakte. Cfr. ➝ Klimaat. Het w. wordt bepaald door schatting of meting van de elementen: hoofdzakelijk van de luchttemperatuur (warm, koud, zacht weer bij een temp. resp. van 30°, 0°, 20° C) en van den ➝ neerslag (regen, sneeuw); in minde...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weder

('we:dər) I. o. (weders; wedertje) [~ waaien] 1. Algm. luchtgesteldheid gekenmerkt door bepaalde temperatuur, windrichting en neerslag : welk is het? wat is het voor -? het is mooi -; mooi weertje vandaag! bij goed, slecht -; door, in weer en wind. Gez. het zal vuil geven, er zal wat komen kijken, men zal moeten oppassen; mooi - en geen harin...

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

weder

→weer.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)