is de naam, dien we geven aan de aanhangers van een geestelijke en politieke stroming, die aan het einde der 18de eeuw opkomt, vooral in de landen, waar de bevolking-zich verdrukt en benadeeld voelt door een oppermachtig staatsbestuur, zoals bijv. in Frankrijk onder het absolutisme der laatste Bourbons.
Zoals de naam (Lat. liber = vrij) reeds aanduidt, streven ze naar sociale, economische en politieke vrijheid.
Ze willen vrijheid van vereniging, vrijhandel, opheffing der accijnzen, directe belastingen en rechtstreeksen invloed van de bevolking op de regering. Naar gelang van de staatkundige toestanden in de verschillende landen hebben de liberalen meer den nadruk gelegd op de sociale, op de economische of op de politieke kwesties.
Het eerste begonnen deze opvattingen veld te winnen in Noord-Amerika, tijdens den Vrijheidsoorlog, en in Europa, ten tijde van de Franse revolutie.
Na den val van Napoleon geraakte hti liberalisme door den overwegenden invloed der reactie meer op den achtergrond, doch geleidelijk namen de liberale gedachten meer en meer vasten vorm aan en wies gelijktijdig het aantal hunner aanhangers en hun invloed, In Nederland bereikte de strijd in 1848 zijn hoogtepunt en eindigde met een grondwetsherziening in liberalen geest. Het kiesrecht werd uitgebreid en het onderwijs georganiseerd.
Het liberalisme was toen een tijd lang toon-aangevend in West-Europa, doch nadat het vele van zijn idealen verwezenlijkt had gezien, moest het, ook door het opdringen der linkerzijde en door onenigheid in eigen boezem, de eerste plaats in den staat, die het veroverd had, prijsgeven.
