noemt men ondiepe baaien of meren, die in enkele streken door een evenwijdig aan de kust lopenden strandwal geheel of gedeeltelijk van de zee zijn afgescheiden. De kaart van Frankrijk vertoont bijv. ten Westen van den mond van de Rhône, vlak aan de kust, enige grote meren. Vroeger liep de kustlijn langs den Noord-westelijken oever van die meren.
De Rhône voert echter zeer veel slib aan en daar bovendien in de „Golf du Lion” de zeestroom van Oost naar West loopt, wordt dat slib meegevoerd en westwaarts, waar de stroom minder sterk is, achter vooruitstekende punten afgezet. Zo ontstond vrijwel evenwijdig aan de kust enige kilometers verder in zee een strandwal, die langzamerhand zó aangroeide, dat hij het water tussen de kust en dien wal van de open zee afsloot.
Dat aldus afgesloten water noemt men lagune. Steden, die vroeger aan de kust lagen, zijn zodoende enige kilometers van de zee gescheiden en soms tot dode steden geworden, bijv.
Cette.De prachtige stad Venetië ligt ook aan een lagune, welke in dit geval de scheepvaart niet belemmerd heeft.
