Dit is een kleine eilandengroep, die op 33 ½ graad Zuiderbreedte ongeveer 670 K.M. voor de Chileense kust ligt, verder dus van de kust dan Amsterdam van Berlijn. En dat is dan nog het grootste eiland Mas a Tiërra, dat 90 vierk.
K.M. groot is. Het tweede iets kleinere eiland van de groep, Mas a Fuera, ligt nog 180 K.M. verder.De eilanden zijn bekend, omdat Alexander Selkirk, de Schot, die het voorbeeld van Robinson Crusoë is geweest, daar in de 17de eeuw als schipbreukeling is geweest.
Zij werden beroemd om de curieuse tegenstellingen in de fauna (dierenwereld) en flora, die je daar vindt, welke gedeeltelijk op die van Chili, gedeeltelijk op die van het toch 8 à 9 maal zo ver afgelegen Australië gelijken. De varens lijken op die van Nieuw-Zeeland, de palmen op de bomen van de Zuid-Amerikaanse Andes, de vogels zijn gedeeltelijk eigen eiland-vogels, gedeeltelijk lijken zij op die van Chili.
In de 18de eeuw hebben de Spanjaarden een fort op het grootste eiland aangelegd, dat vervolgens door Chili als deportatieoord gebruikt werd. Doch ook als zodanig bleek het niet geschikt. Ten slotte heeft men de eilanden aan allerlei vreemdelingen verpacht, eerst aan een Sakser, die geen succes had en toen aan een Zwitser.
Tegenwoordig bevinden er zich nog een honderdtal mensen met een bescheiden veestapel en een grote massa geiten. Het kleinste eiland wordt ook wel het Geit-eiland genoemd.