is het pseudoniem van Nicolaas Beets, den bekenden Nederlandsen schrijver, over wien wij reeds iets hebben verteld.
Het enige werk, dat Beets onder den naam Hildebrand, het pseudoniem uit zijn studententijd, heeft geschreven, is de bekende „Camera Obscura”, een reeks fijne verhalen en geestige beschouwingen uit het begin van de vorige eeuw. In 1839 verscheen de eerste druk van dezen bundel schetsen; in 1851 kreeg het werk bij den derden druk zijn definitieven vorm.
De „Camera Obscura” is een typisch Nederlands boek; wie het eenmaal gelezen heeft, vergeet niet zo gauw weer de schilderachtige verhalen over de familie Stastok en de familie Kegge, de grappige beschrijving van den onaangenamen mens in den Haarlemmerhout en de tragi-komische figuur van „Buikje” in „Hoe warm het was en hoe ver”, ’t Zou jammer zijn, als je de „Camera Obscura” niet kende, omdat het boek, niettegenstaande zijn hybridischen (tweeslachtigen) vorm, niettegenstaande het feit, dat het niet één geheel is, doch uit zeer uiteenlopende stukken bestaat, reeds nu in elk opzicht klassiek is geworden en klassiek zal blijven, als vele modeboeken van lateren tijd allang uit de herinnering zullen zijn verdwenen. Want Beets toont zich hier een waarnemer van mensen, zoals er niet veel in een eeuw geboren worden. Wanneer je dit beroemde boek dus nog niet gelezen hebt, moet je ’t spoedig doen.
