is een landbouwgewas, dat vrijwel over de gehele wereld voorkomt en dat al heel, heel oud is. Reeds de oude Chinezen maakten hun kledingstukken uit de uitgeplette en slapgemaakte vezels van deze plant.
In Europa wordt ze niet zo veelvuldig verbouwd, de bodem en het klimaat zijn er niet overal even geschikt voor. In ons land Verbouwt men heel weinig hennep, eigenlijk alleen wat in de gebieden rond het westelijk deel van de Lek. Verder is de cultuur nog al belangrijk in Vlaanderen, sommige delen van Frankrijk en in Hongarije. De plant kan absoluut niet tegen nachtvorsten, vandaar dan ook, dat men in ons land eerst in begin Juni begint met zaaien. Hoe verder men uit elkaar zaait, des te grover worden de vezels van de planten, maar in dat geval geeft de plant meer zaad dan wanneer men dicht zaait.
Men oogst den hennep en dorst hem daarna, dan laat men de stengels roten (zie ook: Braken en Roten) en droogt ze na deze bewerking weer. Waar de vezels nu tegenwoordig voor dienen, vragen jullie? Wel, je hebt toch allen wel eens van henneptouw gehoord? Ook boet men er netten mee, terwijl het henneptouw in dikten van kabeltouw tot paktouw verkrijgbaar is. En dan maakt men er wel zeildoek van —• Holland heeft indertijd op dit gebied een groten en goeden naam gehad.
Doch er is nog een ander gebruik van hennep: De vrouwelijke planten scheiden aan de bladeren en de bloemen een soort hars af, waaruit handige inboorlingen een, naar hun zeggen, heerlijken, bedwelmenden drank kunnen bereiden.
Een andere hennepsoort geeft nog meer hars, daarom verbouwt men deze soort vooral in Klein-Azië. De landbouwers oogsten heel voorzichtig alle hars — een echt geduldwerkje — en kneden er balletjes van, die Bang heten. Als men er weinig van gebruikt, werkt het opwekkend, maar een enigszins veelvuldig gebruik ruïneert de gezondheid van de gebruikers. Vele Afrikaanse negers zijn verslaafd aan Bang of Haschisch (zie ook daar), zoals het ook wel heet.
Zoals jullie misschien al weet, mogen trouwe Islamieten geen alcohol gebruiken. Vooral in vroeger jaren vervingen handige Moslims den sterken drank toen door haschisch; ook daar kon men bedwelmd van raken.
In Afrika en Azië roken de inboorlingen geen tabak, maar gedroogde hennepbladeren; het moet minstens zo lekker zijn volgens hun zeggen. O ja, ik vergat jullie nog te vertellen, dat in vogelzaad vaak hennepzaad voorkomt. De lieve diertjes zingen daardoor beter, beweert men.
In sommige landen perst men uit het zaad ook nog olie, de hennep-olie; vooral in Zuid-Rusland gebruikte men vroeger deze olie veel voor verlichting. Ook wordt de olie evenals lijnolie wel gebruikt bij het samenstellen van verven.
