is afgeleid van het Latijnse woord facultas, dat gelegenheid, bekwaamheid, vermogen, om iets te doen, of mogelijkheid betekent. De verschillende betekenissen, waarin dit woord bij ons wordt gebruikt, zijn dan ook alle op deze grondwoorden terug te voeren.
In de Katholieke kerk kan een geestelijke hoogwaardigheidsbekleder aan een lageren geestelijke „faculteiten” verlenen. De lagere geestelijke krijgt dan het recht, om bepaalde functies te verrichten, b.v. het uitoefenen van de kerkelijke rechtspraak in een bepaald gebied.
Aan de universiteiten verstaat men onder een faculteit, heel iets anders. De verschillende vakken, die men daar bestuderen kan, zijn in groepen bijeen gebracht. Zo’n groep vormt dan een faculteit. In Utrecht kennen we de theologische, de juridische, de literaire, de medische, de natuurphilosophische, de veeartsenijkundige en de tandheelkundige faculteit.
Tot de literaire faculteit behoren alle talen, geschiedenis en wijsbegeerte. Er bestaan dan nog enkele studies, die tot verschillende faculteiten behoren. De indologie, dat is de studie, die opleidt voor bestuursambtenaar in Indië, behoort tot de juridische en de literaire faculteit. De geographie of aardrijkskunde behoort tot de faculteiten der natuur-philosophie en der letteren en wijsbegeerte. Als men natuurkundige geografie gestudeerd heeft, kan men promoveren in de eerste, als men sociale geografie gestudeerd heeft in de laatstgenoemde faculteit.
Een faculteitsvergadering is een vergadering van professoren, die vakken doceren, die tot één faculteit behoren. Het woord faculteit wordt ook gebruikt, om die gezamenlijke professoren aan te duiden.