betekent afmeting. Zo heeft een lichaam in de ruimte uitgebreidheid in drie richtingen (lengte, breedte en hoogte), dus drie dimensies.
Nevenstaande tekening stelt voor een dobbelsteen of kubus K. Zijn ruimte-inhoud is door de drie lijnen l b, en h volkomen bepaald.
Deze drie lijnen —men noemt ze de ruimte-assen of coördinaten van het lichaam K — staan in punt A loodrecht op elkander. De ruimte, waarin wij leven, het heelal, waarin de zonnen en planeten rondwentelen, heeft dus drie afmetingen of dimensies: wij spreken dus van de driedimensionale ruimte.
Een vlak heeft slechts twee afmetingen, n.l. lengte en breedte en is dus een tweedimensionale grootheid, terwijl een lijn, die alleen lengte heeft, ééndimensionaal is.