De uitdrukking „het vat der Danaïden” ken je natuurlijk allemaal wel. Je weet, dat er eens, naar men zegt, ergens meisjes geweest moeten zijn, die water in een bodemloos vat moesten scheppen en dat dientengevolge nu nog altijd, wanneer er sprake is van een nutteloos werkje, zuchtend gezegd wordt: „dat is nu met recht het vat der Danaïden!” Die meisjes, waarvan in de oude Griekse sage sprake is, waren de 50 dochters van Danaos, een zoon van den Egyptischen koning Belos.
Danaos’ tweelingbroeder Aigyptos wilde zijn 50 zonen met Danaos’ dochters laten trouwen, doch om dit te voorkomen, gaf deze aan iedere dochter een dolk, waarmee zij haar bruidegom moest doden. Alle Danaïden, op één na, deden dit ook en werden tot straf voor haar misdaad naar de onderwereld verwezen, waar zij voortdurend water moesten scheppen in een bodemloos vat.