is de naam van een toestel, dat tot samenpersing of verdichting van lucht of gassen dient. Het eenvoudigste toestel om lucht samen te persen is een fietspomp, die jullie maar eens goed moeten bekijken.
Hierin zit een zuigertje, dat de lucht bij het naar beneden duwen samenperst.
De samengeperste lucht staat door de slang in verbinding met het ventiel in den fietsband. Dit ventiel is een metalen buisje met een zijwaartse opening, waarover een caoutchouc slangetje is geschoven. De samengeperste lucht licht dit slangetje op tijdens het pompen en komt zo in den band. Houd je op met pompen, dan wordt door de spanning van de rubber ’t slangetje om het buisje geperst en sluit dit de zijwaartse opening af. Een compressor is nu een toestel, waarbij het ventiel in dat toestel is ingebouwd. Bij het voorwaarts bewegen van den zuiger, laat het ventiel, dat enigszins anders gemaakt is, dan het ventiel in een fietsband, de samengeperste lucht door. Deze komt nu in een reservoir.
Bij het teruggaan van den zuiger sluit het ventiel de opening af. Bij de volgende voorwaartse beweging wordt het ventiel weer door de samengeperste lucht geopend en laat weer lucht in het reservoir toe. De luchtdruk stijgt dus voortdurend in het reservoir.
Om te voorkomen, dat dit reservoir uit elkaar springt door te hogen luchtdruk, maakt men hierop een veiligheidsklep. Dit is een klep, die door een veer dicht wordt gehouden. Wordt de druk in het reservoir nu te hoog, dan overwint de luchtdruk de veerspanning en opent de klep, zodat er lucht kan ontsnappen. Door het sissend geluid, dat dit maakt, wordt men dan gewaarschuwd.
Samengeperste lucht wordt veel gebruikt. Zij levert de kracht, om de remblokken bij spoorwegwagons tegen de wielen aan te drukken. Zij drijft boormachines in de mijnen, om steenlagen te doorboren.
Een grote rol speelt de compressor ook in de koeltechniek, om gassen vloeibaar te maken.