of begijntjes ( ook bagijnen) is de naam voor Katholieke vrouwen, die, zonder een kloostergelofte te hebben afgelegd en 'zonder tot een bepaalde orde te behoren, toch een vereniging hebben gevormd, om zich gemeenschappelijk te wijden aan goede en vrome werken.
Men vertelt, dat B e g g a, de overgrootmoeder van Pepijn den Korte, de stichteres zou zijn van de eerste begijnenverenigingen. Omstreeks 1180 zou te Luik het eerste begijnhof zijn gebouwd. Later breidden deze verenigingen zich uit over Noord- en Zuid-Nederland, Duitsland en Frankrijk. De begijnen woonden zoveel mogelijk bij elkaar in kleine huisjes, die om een plein waren gebouwd, met in het midden een kerk, een ziekenhuis enz.
Als je eens in Amsterdam komt, moet je daar vooral het bekende Begijnhof op het Spui eens gaan bekijken.