Wat is de betekenis van Begijnen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

begijnen

begijnen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord begijn

2024-04-25
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Begijnen

Begijnen waren in de late Middeleeuwen vrome vrouwen die niet in een klooster wensten te gaan. Zij sloten zich tot plaatselijke genootschappen aaneen en vonden hun bestaan meest in handenarbeid, hoewel zij zich later ook veel met onderwijs en ziekenverzorging bezighielden. Zij woonden in huisjes rondom een hof, waarop een kerkje gebouwd was. Toen m...

2024-04-25
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Begijnen

Sinds het begin van de 13de eeuw komen in Noordwest-Europa begijnen voor als een uiting van de armoedebeweging. Zij kenden privé-eigendom, maar leefden volgens het evangelie in armoede en kuisheid van aalmoezen en het werk van hun handen. Zij volgden geen regel en waren niet in een orde georganiseerd, maar kozen een middenweg tussen een gees...

2024-04-25
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

BEGIJNEN

zijn ongehuwde vrome vrouwen, die in Begijnhoven te zamen wonen en die eenvoudige beloften afleggen van kuisheid en gehoorzaamheid aan haar oversten. Het bestuur werd gevormd door een of meer meesteressen. Begijnen leefden dus in een gemeenschap, maar hadden wel een eigen huisje ter beschikking. Zij voorzagen in hun bestaan door handenarbeid, hulp...

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Begijnen

leden van een religieuze gemeenschap van vrouwen die samenwonen in een begijnhof, waar ieder een aparte woning betrekt. Zij maken zich verdienstelijk door werken van naastenliefde. In de Middeleeuwen kende deze gemeenschap vele bloeiende „conventen”. Thans zijn er in Nederland nog slechts enkele begijnen in Breda. Bekend is ook het oude...

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

BEGIJNEN

zie Bagijnen.

2024-04-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

BEGIJNEN

zijn ongehuwde vrouwen of weduwen, die zonder eigenlijke kloostergeloften als religieuze gemeenschappen samenleven in begijnhoven onder het bestuur van een meesteres. Zij leggen zich toe op handenarbeid, werken van liefdadigheid, gebed en leggen voor de duur van haar verblijf op het begijnhof tijdelijke geloften van kuisheid en gehoorzaamheid aan o...

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

begijnen

v. mv. geestelijke zusters zonder orderegel, die gezamenlijk op een hofje leven.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

begijnen

v.mv. geestelijke zusters, die gezamenlijk in een hofje leven.